Adellijk personeel

met Geen reacties

Gisteren was ik naar een symposium op Huis Doorn over upstairs downstairs. Het ging iets meer over downstairs, maar adellijke dames waren natuurlijk vaak wel eindverantwoordelijk voor de huishouding. Inhoudelijk was insteek de interesse van museale bezoekers voor “boven” te koppelen aan het bewustzijn dat “boven” niet zonder “beneden” kan bestaan. Een interessante invalshoek was het praatje van Paul Rem van Paleis Het Loo. Hij sprak over een specifieke groep personeel, die eigenlijk een beetje tussen “boven” en “beneden” in hing: de hofdames. Dit sluit nauw aan bij mijn interesse in adellijke dames. Rondom het huwelijk loop je dan ook aan tegen de dames die niet trouwden. En net zoals met alle andere onderwerpen, gaat er dan een wereld open

Ongetrouwde vrouwen

Een meisje dat ging trouwen moest vaak een flinke bruidsschat meenemen. Het kon dus gebeuren dat niet alle meisjes uit een gezin konden trouwen en dan houd je ongetrouwde vrouwen over. Het fascinerende en frustrerende is dat ongetrouwde vrouwen lijken te verdwijnen uit stambomen. Ze zorgen niet voor nageslacht en zijn dus genealogisch niet interessant. Ook in de archieven raak je ze snel kwijt. Zonder man die maatschappelijk relevante dingen deed, bleef er als vrouw weinig van je over. Grote vraag is natuurlijk waar die ongetrouwde dames bleven en waarmee ze hun dagen vulden.

Nonnen

In echt vroeger tijden (pre-reformatie) gingen de ongetrouwde dochters natuurlijk het klooster in. Als de Utrechtse adellijke vrouwenkloosters overgaan naar het protestantisme, worden prebendes uitgekeerd aan adellijke dames. In eerste instantie wonen ze nog samen maar dat gebruikt verdwijnt aan het eind van de 16e / begin van de 17e eeuw. Wat de adellijke dames daad werkelijk deden of waarmee ze hun dagen vulden, heb ik nog niet kunnen vinden.

Keizerin Eugénie (van Frankrijk) en haar hofdames. Franz Xaver Winterhalter (1855). Collectie Musée National de Palais de Compiègne

Christina Reiniera en Maria Wilhelmina

In de achttiende eeuw wordt kasteel Amerongen een periode door twee ongetrouwde zuster bewoond: Christina Reiniera en Maria Wilhelmina. Van hun inkomsten weten we dat er sprake geweest is van een prebende. Daarnaast was Maria Wilhelmina hofdame van Wilhelmina van Pruissen. Als Stadhouder Willem V en Wilhelmina van Pruissen naar Engeland moeten vluchten, bepaalt loting welke hofdames haar begeleiden. Eén van hen was Maria Wilhelmina.

Een andere bron van inkomsten lijkt het geven van onderwijs geweest te zijn: in het archief zit een kwitantie voor beide dames wegens onderwijs aan de jonge heer Van der Meer. Het blijft allemaal nogal summier. Van Christina Reiniera is helemaal geen bron van inkomsten bekend. Ze staat dan weer wel in het vrouwenlexicon, vanwege een “heroïsche” actie tijdens de Franse bezetting. Wie zich afvraagt hoe dat gaat, de Marseillaise met de woorden van het Wilhelmus: het kan! Dat wil zeggen: ik kan het. En eigenlijk is het leuker dan het gewone Wilhelmus.

Hofdames

Het lijntje naar de hofdames is nog vrij dun en niet heel duidelijk ingevuld. Het was voor ongetrouwde adellijke dames wel een belangrijke optie om aan het hof te werken. Sowieso ben ik benieuwd naar de rol die de hofdames speelden en wat het wat betreft status, onafhankelijkheid en financieel betekende om hofdame te zijn. Kortom ik heb nog lekker wat onderzoek voor de boeg. Mijn focus ligt op dit moment alleen even ergens anders.

Het symposium heeft me in ieder geval weer de inspiratie gegeven om mijn activiteiten weer wat te structureren en hier weer regelmatig wat te gaan schrijven. Op zijn ADHD’s vliegt mijn hoofd heen en weer tussen allemaal zaken die interessant zijn. Dat mag, die ruimte heb ik mezelf gegeven. Aan de andere kant ligt er momenteel ook een lekkere hyperfocus bij een andere klus, waarover in een volgend blogje meer. Afspraak met mezelf: elke vrijdag een blogje posten rond 12:00 uur (hij stond nu wel klaar, maar ik was nog heel hard een plaatje aan het zoeken).

Laat een reactie achter