
Een adellijk huwelijk ging niet over liefde of romantiek: het was een zakelijke of een politieke verbinding. Dat betekent niet dat er geen romantiek was, maar vaak is het niet direct zichtbaar. Soms vind je ergens in een archief nog een verdwaalde anonieme liefdesbrief of een mooi dagboekfragment, maar de liefde speelt over het algemeen een bijrol. In het archief van Kasteel Amerongen ben ik een mooie romance tegen gekomen in het album amicorum van een adellijke dame, Anna van den Boetzelaer (1584-1650).
Het album amicorum ontstond ten tijde van Maarten Luther onder mannelijke studenten, zij verzamelden namen en bijdragen van medestudenten. Eind zestiende eeuw begonnen ook vrouwen dit soort alba bij te houden, maar dan schreven vooral de mensen die zij in hun leven ontmoetten.
Anna en Boldewijn
In het album van Anna staan bijdragen van 1607-1611, toen ze nog ongetrouwd was en bij haar ouders in kasteel Toutenburg in Vollenhove woonde. Naast teksten van bezoekers uit de wijde omgeving, staan er ook een paar bijdragen in van een adellijke jongeman uit datzelfde Vollenhove: Boldewijn Sloet. De eerste bijdrage van Boldewijn is op 27 augustus 1607, Boldewijn is negentien, Anna tweeëntwintig. Hij tekent zijn familiewapen en zet boven aan de pagina “Eer voor Goet”, het devies dat Anna in het album voert. Daarna komen twee bijdragen: één in het latijn en één in het Nederlands.

Het Nederlandse gedichtje luidt:
Een is een
Een is die ick meen
Het is een klein getal
Een is de mij
troost geven zal
En die ene die troost kan geven is natuurlijk Anna!
De Latijnse teksten luiden Sublata amicitia, Nulla iucunditas (Zonder vriendschap geen charme) en Nosce te ipsum, nosce tempus, nosce Alios (ken u zelf, ken je tijd, ken de ander).
In oktober 1611 schrijft hij nog een paar gedichten in het Frans, maar dan is de situatie waarschijnlijk al veranderd. Voor de liefhebber staan deze pagina’s onderaan.
Het eind van de romance
Het meest in het oogspringend is een pagina waarop Anna zelf begint:
Up Godt end Goedt gelock
Stell ik mijn happinge clock
Ze ondertekent met haar volledige naam.
Boldewijn voegt op 29 oktober in het Frans toe:
Je ne veux rien que votre bonne grace Et vous servir, sans fin en toute place Faictes moij donc tant de bon faveur De me tenir pour votre serviteur | Ik wil niets meer dan uw welwillendheid En u dienen, altijd en overal Doe mij toch zoveel genoegen Om mij te nemen als uw dienaar |

Hij ondertekent naast het gedichtje onder Anna’s naam met Pour elle j’endure (voor haar lijd ik), B. Sloet 29-10-1611. Wat sneu is voor Boldewijn, is dat Godert van Reede geen medelijden kent en zijn naam boven de ondertekening zet. Hij gaat bijna letterlijk tussen hen in staan.
Op 30 augustus 1612 trouwt Anna in Wijk bij Duurstede met Godert van Reede van Amerongen. In 1632 maakt Paul Moreelse een portret van haar en een portret van Godert, deze portretten hangen nog altijd in de eetzaal van Kasteel Amerongen.
Het Album Amicorum is in te zien op de website van Het Utrechts Archief
De artikel is geschreven met behulp van de aantekeningen van F.G.L.O. van Kretschmar, het artikel van Thom Gerlings en Bonica Zijlstra in het vriendenbulletin en het proefschrift “De mug en de kaars” van Sophie Reinders.
Laat een reactie achter