Album amicorum – Lieve broer

met Geen reacties

De eerst alba amicorum die bekend zijn, stammen uit de zestiende eeuw en werden gemaakt op protestante universiteiten in Duitsland. Van hieruit raakten de alba amicorum langzaam verspreid over Europa. Uiteraard werd er toen alleen nog door mannen gestudeerd. De studie die de jonge mannen deden kon onderdeel zijn van een grand tour. Het studeren aan verschillende universiteiten kon een grand tour op zich zijn. Als in 1575 de Leidsche universiteit opgericht wordt, wordt ook het album amircorum populair in Nederland. De alba werden gevuld door professoren en medestudenten. De eerste alba van vrouwen dateren van het laatste kwart van de 16e eeuw.

Frederik van Reede

Er is een album amicorum van een vrouw dat ik absoluut zal behandelen: het album van Anna van den Boetzelaer. Nu ben ik alleen even bijzonder geinteresseerd in een bijdrage in een mannenalbum uit de familie: het album van Frederik van Reede. Hij ging in 1568 aan het Collegium Trilingue in Leuven studeren en heeft een echt mannenalbum met heel veel familiewapens. Het album is in bezit van de KU Leuven en zij gaan er onderzoek naar doen. In het kader van mijn boek zijn alle studenten en docenten van de universiteit minder interessant, maar wat me wel interesseert is één bijdrage: een tekening van twee spelende kinderen.

Tekening van twee rennende kinderen, waarvan de jongen in een 16e eeuwse pofbroek. Op de achtergrond een stad.
Bijdrage in het album amicorum van Frederik van Reede

Latijn

Met mijn nieuw verkregen woordenboek Latijn/Nederlands, dacht ik die regel eronder wel even te tackelen. Niet dus… Het blijft lastig lezen, zo’n 16e eeuws handschrift. Maar er zijn wat woorden duidelijk! Fratrem. Iets met broer (hoe zat het ook alweer met die naamvallen?). Vlak daarvoor quid, die. Het eerste woord is helemaal onduidelijk: Biibli? Iets met een j, Bijbli? Alleen heb je in het latijn geen j, toch? Na quid: gerus? Een kronkeltje boven de tekst is meestal een u. Dus na fratrem rupas?

Uivergrote handgeschreven tekst uit de 16e eeuw in het latijn. Onleesbaar.

Zo puzzel ik een beetje de dag door. Alio, naar ergens anders, tantos (dankzij mijn spaans): veel en porrit: ver. Gecombineerd met de tekening is het denk ik een bijdrage van een zus die haar broer mist die ergens anders heel ver weg is.

Frederik was achttien toen hij het huis uit ging, hij had alleen oudere broers en direct na hem kwam een zus, Johanna. Zij was zestien toen Frederik weg ging. Renden ze samen door de uiterwaarden in Amerongen? Had ze ook graag willen studeren? Of kwam dat niet in haar hoofd op, omdat niemand ooit dat zaadje geplant had? Na Johanna komen nog een paar zussen. Toch denk ik dat het Johanna is. In 1576 overlijdt ze en Frederik noemt zijn eerste dochter bij zijn concubine Johanna.

Utrecht of Rhenen

Een andere leuke puzzel is wat de stad op de achtergrond is. In het blad van de bibliotheek van de KU Leuven suggereren ze dat het Utrecht zou kunnen zijn. Dat denk ik niet. Op onderstaande gravure staat Utrecht in 1598. Utrecht is duidelijk omgracht en heeft zware bastions en heel erg veel kerken. Bovendien ligt het niet in een heuvelachtig landschap. De enige stad die ik ken in Utrecht die in de heuvels ligt is Rhenen.

Gravure van zicht op de stad Utrecht
Eén van de stadsgezichten op de kaart van de stad Utrecht van Adam van Vianen (1598) Collectie Rijksmuseum (klik voor grotere resolutie)
Gravure van zich op de stad Rhenen
Rivierlandschap met gezicht op Rhenen, Wenceslaus Hollar, naar Jan Peeters klikklik

Laat een reactie achter